Tips voor veilig rijden bij verschillende weersomstandigheden

Elke rit is anders, zeker als het weer omslaat. Wat normaal goed werkt, kan bij slechte weersomstandigheden ineens minder grip geven. Bij regen zul je bijvoorbeeld minder grip ervaren. Als er mist hangt, zie je andere weggebruikers vaak later dan je verwacht en bij ijzel kan zelfs een kleine stuurbeweging al spannend worden. In dit artikel vind je per weersomstandigheid praktische tips voor veilig rijden. Zo weet je snel wat in jouw situatie het beste werkt en ga je met meer vertrouwen de weg op.

Zorg altijd voor goede banden en werkende verlichting

Goede banden zorgen voor voldoende grip en houden je auto stabiel. Met werkende verlichting zie jij meer en val je beter op, vooral bij schemer, mist en neerslag. Check je banden voldoende op profiel en spanning en let op ongelijkmatige slijtage. Loop ook je verlichting na, voor én achter, zodat je niet verrast wordt door een kapot lampje.

Voer regelmatig de volgende checklist uit:

• Banden: profiel, spanning, zichtbare schade.
• Slijtage: geen kale plekken of rare verschillen.
• Verlichting: dimlicht, achterlichten, remlichten, knipperlichten.
• Mistlampen: werken ze en weet je wanneer je ze mag gebruiken?

Regen en nat wegdek: grip houden en aquaplaning voorkomen

Regen zorgt voor minder grip en een langere remweg. Het grootste risico is aquaplaning: je banden verliezen dan even contact met het asfalt. Rijd rustiger, houd meer afstand en vermijd waar mogelijk diepe plassen en spoorvorming. Voelt de auto licht of “zweverig”? Laat dan je gas geleidelijk los en houd het stuur recht. Een overzicht van tips voor veilig rijden in de regen vind je hieronder.

Checklist bij regen:

• Snelheid omlaag en afstand vergroten.
• Eerder en rustiger remmen, vooral richting kruisingen.
• Plassen en spoorvorming vermijden waar dat kan.
• Aquaplaning: gas los, stuur recht, niet hard remmen.

Mist: rustig tempo en slim omgaan met verlichting

In mist schat je afstand sneller verkeerd in. Pas je snelheid aan en houd extra veel ruimte. Zet je dimlicht aan, zodat je beter zichtbaar bent en zelf meer contrast hebt. Gebruik mistverlichting alleen als het echt nodig is. Mistachterlicht mag pas bij minder dan 50 meter zicht gebruikt worden en mistlampen vóór pas bij minder dan 200 meter.

Checklist in mist:

• Rustiger rijden en afstand vergroten.
• Dimlicht aan, niet alleen dagrijverlichting.
• Mistachterlicht alleen bij zeer slecht zicht (minder dan 50 meter).
• Mistlicht voor mag aan bij minder dan 200 meter zicht.

Sneeuw, ijzel en gladheid: alles soepel en voorspelbaar

Op een glad wegdek werken snelle stuurbewegingen tegen je. Stuur, rem en trek rustig op, zodat je grip behoudt. Houd veel meer afstand en begin eerder met afremmen. Wegrijden kan makkelijker in de tweede versnelling met weinig gas. Heeft je auto ABS? Rem dan stevig door en laat het systeem werken.

Checklist bij gladheid:

• Alles gedoseerd: sturen, remmen, gas geven.
• Vroeg afremmen en waar mogelijk uitrollen.
• Rustig wegrijden, eventueel in de 2e versnelling.
• ABS: stevig remmen, niet pompen.
• Geen onnodige rijstrookwissels of scherpe correcties.

Bij kou merk je ook sneller pech, bijvoorbeeld als je auto minder makkelijk start. Lees in dat geval ook even wat je moet doen bij een lege accu, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

Storm en harde wind: controle houden en risico’s vermijden

Windstoten kunnen je auto uit koers duwen, vooral op bruggen en open stukken. Laat je snelheid zakken, houd meer afstand en stuur met twee handen. Wees extra alert bij het inhalen van vrachtwagens, maar ook bij fietsers en scooters die kunnen uitwijken door de harde wind.

Checklist bij storm:

• Snelheid omlaag en afstand vergroten.
• Twee handen aan het stuur.
• Extra voorzichtig op bruggen, viaducten en open vlaktes.
• Rustig inhalen, zeker langs vrachtwagens, fietsers, scooters en voetgangers.

Hoe goed je ook oplet, je hebt niet altijd alles zelf in de hand. Een ongeluk kan namelijk in een klein hoekje zitten. Mocht het misgaan, dan is het goed om te weten wat je moet doen bij een verkeersongeval.

Laagstaande zon: zicht terugpakken vóórdat het gevaarlijk wordt

Laagstaande zon kan je zicht plots wegnemen. Zorg voor schone ruiten, gebruik je zonneklep en zet je verlichting aan. Vergroot je volgafstand, zodat je niet op het laatste moment hoeft te reageren.

Checklist bij laagstaande zon:

• Zorg voor schone ruiten (binnen en buiten).
• Zonnebril en zonneklep klaar.
• Afstand vergroten en tempo iets omlaag bij verblinding.
• Extra alert bij kruisingen en zebrapaden.

Hitte: een koel hoofd houden

Hitte maakt je sneller moe en minder scherp. Ventileer kort voor vertrek en koel daarna rustig met de airco. Zet de airco niet extreem koud en neem voldoende water mee. Houd je thermometer in de gaten in files en stop op tijd als je merkt dat je concentratie wegzakt.

Checklist bij hitte:

• Water mee en pauzes plannen.
• Rustig koelen, geen ijskoude airco.
• Let op vermoeidheid en stop op tijd.
• Check koelvloeistof en temperatuur.

Wil je deze tips voor veilig rijden ook in de praktijk toepassen met feedback? Dan kies je voor rijschool Souldrive nabij Dongen.